Sinds het schooljaar 2012-2013 werkt Wereldwijs met het programma van de Vreedzame School met een geweldige resultaat!
De Vreedzame School is een compleet programma voor basisscholen voor sociale competentie en democratisch burgerschap. Het beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap, en staan open voor de verschillen tussen mensen.
Het hart van De Vreedzame School wordt gevormd door een lessenserie.
• op een positieve en zorgzame manier met elkaar om te gaan
• op een democratische manier met elkaar beslissingen te nemen
• constructief conflicten op te lossen
• verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor de gemeenschap
• open te staan voor verschillen tussen mensen.
Het programma wil niet alleen kinderen bovenstaande sociale competenties leren, maar vooral ook een positief sociaal en moreel klimaat in de school creëren, waar een opvoedende werking van uitgaat.
Meer over de doelen van de vreedzame school zie www.vreedzameschool.net
Zoals we hiervoor al aangaven leggen we met het programma van De Vreedzame School fundament voor een sterk tegenwicht tegen pestgedrag. We noemen een paar belangrijke elementen van het programma, naast de wekelijkse lessen die leerlingen in alle groepen ondergaan.
Uitdragen van een positieve sociale en morele norm
Gedrag wordt voor een groot deel bepaald door de sociale norm in de omgeving. Leerlingen zijn gevoelig voor de vraag: ‘wat wordt er hier van mij verwacht?’ Om positief gedrag van leerlingen te stimuleren willen we expliciet een positieve sociale en morele norm uitdragen. Dit doen we onder andere door bijvoorbeeld:
- een ‘opstekerbord’ in de hal waarop leerlingen gecomplimenteerd worden voor iets wat ze hebben gedaan;
- de omgangsafspraken en het logo van De Vreedzame School hangen zichtbaar in de school;
- directe correctie van gedrag van kinderen dat haaks staat op de norm;
- aanwezigheid van de directeur bij de ingang van de school om de leerlingen ’s ochtends te begroeten, hen aan te spreken op rennen, een opsteker te geven, belangstellend te informeren, enzovoort.
De klas en school: een gemeenschap
We willen alle leerlingen het gevoel geven dat ze onderdeel zijn van de leefgemeenschap die de school en de klas vormen, dat hun aanwezigheid ‘verschil maakt’ en dat de klas of de school minder leuk zijn als hij of zij er niet bij is. Dit doen we onder andere door kinderen veel te laten samenwerken met verschillende leerlingen (met behulp van coöperatieve werkvormen), door samen omgangsafspraken te maken, samen te bedenken welke taken er in de klas zijn en die met elkaar verdelen, of als klas presentaties voor andere klassen te verzorgen. In het begin van het schooljaar besteden we veel aandacht aan de vorming van een positieve groep in alle klassen (met de lessen van blok 1 van De Vreedzame School).
Het voorgaande heeft evenzeer betrekking op de school. Het maakt veel uit of leerlingen zich verbonden voelen met de school als geheel als zij de school als een gemeenschap ervaren. Die gemeenschap bestaat dan − als het goed is − uit alle andere leerlingen, alle leerkrachten en alle ouders.
Op onze school vinden we het daarom belangrijk dat alle leerlingen alle leerkrachten kennen. Om die reden wordt bij het organiseren van bijvoorbeeld workshops bij themaweken geregeld dat de leerkrachten juist activiteiten geven aan verschillende groepen. Dit betekent dat een leerkracht van de onderbouw soms ook activiteiten doet met bovenbouwleerlingen. Daarnaast zorgen we ervoor dat nieuwe leerkrachten zich altijd voorstellen aan de hele school. Soms gebeurt dit plenair bij een viering, maar soms gaat de leerkracht even de klassen rond. Kinderen kunnen de leerkracht dan vragen stellen nadat hij of zij zich heeft voorgesteld.
Investeren in de relatie met de leerlingen
We vinden het heel belangrijk dat alle leerlingen een goede relatie hebben met hun eigen leerkracht. Dat is een belangrijke voorwaarde voor een gevoel van veiligheid. We vragen van onze leerkrachten dat ze investeren in het leren kennen van de eigen leerlingen en in de onderlinge relatie. Ieder kind moet voelen dat het er toe doet, dat de leerkracht het fijn vindt dat hij of zij er vandaag weer is. Alle leerkrachten zorgen ervoor dat ze aan het begin van het jaar tussen de bedrijven door met iedere leerling een gesprekje voeren over persoonlijke zaken als: dingen waar ze tegenop zien, die ze leuk vinden of spannend, hoe het thuis gaat en wat ze graag doen na schooltijd.
Een luisterend oor!
Juf Kristel, meester Dirk en juf Emel zijn ‘Het luisterend oor’ van de school. Mochten de leerlingen ergens mee zitten, willen ze graag met iemand praten, dan kunnen zij dat aan hen laten weten! De leerlingen vanaf groep 3 bekijken jaarlijks een filmpje gekeken waarin juf Emel en juf Bianca vertellen wat de bedoeling is. In de school hangen brievenbussen met daarop ‘Het luisterend oor’ waar zij een briefje in kunnen stoppen. Zij schrijven op het briefje waar ze het over willen hebben(onderwerp) en met wie. Zij gaan dan proberen zo snel mogelijk met hen te zitten en een luisterend oor te zijn. Zij kunnen kinderen helpen door te luisteren en denken mee waar nodig.
Leerlingen worden mede verantwoordelijk
Als de klas een gemeenschap is, dan voelen leerlingen zich betrokken bij en medeverantwoordelijk voor wat er gebeurt in de klas. Bij ons op school krijgen leerlingen een stem, en leren zij die stem op een verantwoorde wijze te gebruiken. We geven leerlingen niet zozeer een stem om op te komen voor hun eigen belang, maar we willen dat ze zich medeverantwoordelijk gaan voelen voor het algemeen belang. We willen dat zij hun steentje bijdragen aan het algemeen belang, aan de gemeenschap. En daar zullen ze zich eerder verantwoordelijk voor voelen als ze ook echt mogen meedenken en als ze serieus worden genomen.
Zo werken we met leerlingmediatoren, met commissies in de klas en/of met zgn leerlingborden (methodiek stichting leerKRACHT), met schoolcommissies rond klasoverstijgende zaken, We laten oudere kinderen jongere kinderen helpen bij allerlei activiteiten. En – specifiek gericht op ongewenst gedrag als pesten – leren we de leerlingen dat ze op kunnen en moeten komen voor gespeste medeleerlingen, dat ze ‘verdedigers’ kunnen zijn.
Opstekers
We streven dus naar een positief sociaal klimaat, waarin ieder kind zich veilig voelt, waarin respect is voor elkaar en waarin iedereen makkelijk samenwerkt met iedereen. Een op het eerste gezicht eenvoudig, maar zeer belangrijk middel om hier toe te komen is het geven van ‘opstekers’, of complimenten.
Kinderen (niet alleen kinderen, dat geldt helaas ook voor ons volwassenen) hebben de neiging om de negatieve gedragingen te benoemen, en het positieve als vanzelfsprekend te beschouwen. In De Vreedzame School leren we iedereen heel bewust positief gedrag te benoemen in de vorm van een ‘opsteker’.
Als iedereen in de groep in staat is om elkaar complimenten te geven, en zo hun waardering voor elkaar uit te spreken, ontstaat er langzamerhand een steeds positievere sfeer in de groep. En daarmee een cultuur waarin het normaal is om de nadruk te leggen op wat goed gaat. Een klimaat waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, zich gewaardeerd weten, het gevoel hebben dat het er toe doet dat ze er zijn.
Een grondwet: basisregels in de school
Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een omgeving waar leerlingen onvoldoende voelen wat de sociale norm is. Duidelijke regels in de klas en in de school zijn dus van belang. Bij ons op school hebben we een grondwet: een set basisregels die vervolgens uitgewerkt kunnen worden in concrete verwachtingen ten aanzien van het gedrag.
Die regels komen voort uit onze pedagogische doelstellingen (de belangrijkste waarden) van de school. De Vreedzame School biedt hiervoor een expliciet pedagogisch kader. Zoals eerder vermeld, is het streven met het programma van De Vreedzame School dat leerlingen:
- op een democratische manier gezamenlijk besluiten kunnen nemen;
- conflicten constructief kunnen oplossen;
- zich zorgzaam en verantwoordelijk opstellen ten aanzien van de gemeenschap;
- openstaan voor verschillen tussen mensen.
Deze doelen zijn terug te vinden in de thema’s van de lesblokken, in positieve bewoordingen gevat:
- We horen bij elkaar
- We lossen conflicten zelf op
- We hebben oor voor elkaar
- We hebben hart voor elkaar
- We dragen allemaal een steentje bij
- We zijn allemaal anders.
Onze grondwet luidt:
- Wij zorgen ervoor dat iedereen erbij hoort
- Wij zorgen ervoor dat iedereen zich veilig voelt en zichzelf kan zijn
- Wij lossen conflicten samen op
- Wij helpen elkaar
- Wij dragen allemaal een steentje bij
We gaan graag met ouders in gesprek over onze grondwet.