Rekenen:
– Het kunnen onderscheiden van grootheden zoals lengte, gewicht, volume, kleur etc.
– Het direct vergelijken en ordenen op lengte, inhoud en gewicht (zonder een maat te gebruiken)- Het aflezen met een meetinstrument
– Kennis hebben van tijdsindelingen (van de dag, de week, de maand, het jaar)
– Het kunnen maken van een maquette en plattegrond

Constructief en beeldend:
– Leerlingen leren werken met omsloten ruimtes en zelf omsloten ruimtes te maken (potjes, tenten, huizen, kastelen)
– Leerlingen herkennen de verschillen in textuur (ruw, glad, zacht)