Wij geven ontwikkelingsgericht onderwijs op Wereldwijs. We gaan samen op reis om wijs te worden. En leren is bij ons een ontdekkingsreis. Op Wereldwijs beginnen de kinderen dus samen met ons een spannende en uitdagende ontdekkingstocht. We vinden dat deze tocht het beste ondersteund wordt door ontwikkelingsgericht te werken met onze kinderen.
Binnen OntwikkelingsGericht Onderwijs, -kortweg OGO-, gaan we ervan uit dat, willen kinderen tot leren komen, ze nieuwsgierig mogen zijn, (zelf)vertrouwen hebben en openstaan voor de wereld om hen heen. Binnen ons onderwijsaanbod staan enerzijds het veiligstellen van de basis (nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen en openheid) en anderzijds het creëren van uitdagende situaties centraal. We proberen de buitenwereld naar binnen te halen door het opzetten van een zogenaamde sociaal culturele praktijk. Maar we gaan ook zoveel mogelijk de echte wereld in, of dat nu de natuur is of een fietsenwinkel of een museum. We ontdekken samen de wereld om ons heen.
Bij alle activiteiten staan het spel en onderzoek centraal.
Uitgangspunt bij deze activiteiten in het kader van ons onderwijs zijn de drie B’s:
- Kinderen hebben betekenisvolle, gezamenlijke activiteiten nodig om tot ontwikkeling en tot leren te komen.
- De professionals bemiddelen. Zij zoeken naar een aanbod dat voor kinderen zelf interessant en van betekenis is en bevorderen dat ze zich goed ontwikkelen en veel leren.
- Het doel is een brede ontwikkeling; basisvoorwaarden, persoonsontwikkeling en specifieke kennis en vaardigheden in samenhang. Ontwikkeling is een samenhangend geheel. Het gaat om ‘hoofd, hart en handen’.
Binnen ons onderwijs maken wij gebruik van de doelencirkel van basisontwikkeling (OGO)
binnenste cirkel (rood): emotioneel vrij zijn, zelfvertrouwen en nieuwsgierig
gele rand: de schijf van de brede bedoelingen: doelen op langere termijn; waaronder communiceren en taal, samenwerken, actief zijn en initiatief nemen.
blauwe rand: specifieke kennis en vaardigheden: leerstofdomeinen als lezen, schrijven, rekenen en ontwikkelingsgebieden als motoriek en waarneming
Werken met thema’s
We geven dat praktisch vorm door te werken met thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Binnen een bepaald thema komen allerlei aspecten aan bod waarvan kinderen kunnen leren. Die aspecten ontdekken zij zelf, geholpen door de leerkracht. Voorbeelden van thema’s zijn de bakker, indianen, voeding of mode. Het zijn altijd onderwerpen die herkenbaar zijn voor de leerlingen. Dat helpt hen om te begrijpen wat het nut ervan is.
Betekenisvol leren
Een leerling op een OGO-school leert over de wereld en zichzelf. Niet omdat bepaalde onderwerpen in een lesboek staan, maar omdat hij zelf ontdekt hoe belangrijk sommige dingen zijn. Betekenisvol leren noemen wij dat. Zo leert het kind de wereld steeds beter te begrijpen en steeds makkelijker een plekje te vinden in de maatschappij. Dit doen we door in de groepen sociaal-culturele activiteiten aan te bieden waarbij spel en onderzoek doen heel belangrijk is. Zo leren we de juiste taal te spreken in “de bakkerij”, “bij de dokter”, of “bij de kinderboerderij”. We stimuleren vanaf het allereerste begin om nieuwsgierig te zijn en om vragen te gaan stellen over wat je graag zou willen weten of ontdekken.
In de praktijk
Hoe ziet ontwikkelingsgericht onderwijs er in de praktijk uit?
Juf Lisa en juf Anne lichten het toe. “Laten we als voorbeeld het thema ‘ziek zijn’ nemen, daar werken we nu aan in groep 3. We beginnen het thema altijd met startactiviteiten, een brainstormfase. Dan laten we de kinderen praten over wat ze al weten van ziek zijn. Wat gebeurt er bij de dokter/ziekenhuis? Wat gebeurt er als je ziek bent? Of als je gevallen bent? Wat heeft een dokter nodig? En wat moet je doen om dokter te worden? Wij onderzoeken wat de kinderen nog niet weten en waar wij als leerkrachten dus nog iets over moeten gaan aanbieden. De kinderen geven bij deze gesprekken vanuit hun ervaringen aan wat zij al weten en wat ze nog zouden willen weten. We schrijven alle woorden en begrippen op en we inventariseren al de eerste onderzoeksvragen. We bieden in deze periode ook als leerkrachten nieuwe woorden en begrippen aan.”
De startactiviteiten fase is essentieel, want het geeft de leerkracht een beeld van wat de kinderen al weten. “Dat wat ze weten gaan we niet nog een keer overdoen. We gaan juist op zoek naar wat de kinderen nog níet weten. Uit de brainstormfase blijkt keer op keer dat de kinderen meer of andere dingen weten dan we denken.”
Het thema wordt verder uitgewerkt in allerlei activiteiten. “We zorgen dat we zoveel mogelijk de echte wereld in gaan. Door er op uit te trekken naar het ziekenhuis, de apotheek of de huisarts. En dan kijken we naar allerlei aspecten: van de sociale interactie bij de huisarts tot een injectiespuitje klaarmaken of pilletjes aftellen bij de apotheek. Zo komen veel activiteiten aan bod: rekenen, lezen, taal, gesprekken voeren, constructies maken.” We proberen de echte wereld ook binnen te halen door experts uit te nodigen. Bijvoorbeeld een ouder die een beroep heeft dat met het thema te maken heeft en waar we onze vragen aan kunnen stellen”.
In de bovenbouw wordt bij de thema’s voor een andere invalshoek gekozen, vanuit een breder perspectief. Er worden dan bijvoorbeeld resultaten van onderzoeken bij betrokken. Als het thema al eerder aan bod is geweest merkt de leerkracht hoeveel kennis er al zit. In de onderbouw ligt de basis van de begrippen, in de bovenbouw wordt de verdieping aangebracht.
In de bovenbouw werken we met de methodiek van IPC (=ontwikkelingsgericht) Hierbij worden alle zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, wetenschap en techniek, creatieve vakken en soms bewegingsonderwijs) thematisch aangeboden. Leerdoelen en onderzoek doen staan bij IPC centraal.
De leerkrachten op Wereldwijs zijn allemaal extra geschoold. Het hele team volgt cursussen en krijgt begeleiding bij het uitwerken van de thema’s. “ OGO is best een uitdaging, maar het is een ontzettende leuke, creatieve en waardevolle manier van onderwijs geven!”
Meer lezen? http://www.ogo-academie.nl/wp-content/uploads/2013/02/130101_OGO_Special_Didactief.pdf